Inleiding
De huidige Wet natuurbescherming (Wnb) is inmiddels opgegaan in de Omgevingswet (OW). De Wnb zal niet als één geheel opgaan in de OW. De huidige bepalingen uit de Wnb, het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming gaan verspreid worden over de OW, de AMvB’s en de Regeling. De Wet natuurbescherming zal volledig komen te vervallen.
Er is een beleidsneutrale wijziging beoogd, waardoor de regelgeving zoveel mogelijk ongewijzigd zal overgaan. Hierdoor zal het beschermingsniveau op eenzelfde niveau blijven. Echter, het stelsel van de Omgevingswet is fundamenteel anders dan dat van de Wet natuurbescherming. Bijvoorbeeld:
- Er ontstaan andere mogelijkheden voor toestemmingverlening, waarbij de nadruk ligt op mogelijkheden voor generieke toestemming.
- De rol en handhaving van de zorgplicht wordt voor natuurwaarden fundamenteel anders dan onder het nu geldende recht.
- Hoe zit het met de kenbaarheid van de regels die gaan gelden voor bescherming van de natuur? Wat kan decentraal worden bepaald?
Inhoud en resultaat
Tijdens de cursus zullen wij door de Omgevingwet, de AMvB’s en de Regeling op zoek gaan naar:
- de relevante beschermingsbepalingen,
- de mogelijkheden voor toestemmingverlening,
- de plek van actieve natuurbescherming en
- de samenhang met de beoogde ‘toelatingsplanologie’.
Aan de hand van de op dat moment actuele teksten van wet, besluiten en regeling, zal in de cursus aandacht worden besteed aan het toekomstige juridische kader voor:
- gebiedsbescherming
- bescherming van houtopstanden
- soortenbescherming
Ook zal aandacht worden besteed aan de gevolgen van de invoering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Met name de verschillen ten opzichte van het stelsel onder de Wet natuurbescherming zullen volop aandacht krijgen. Er wordt steeds terug gegrepen naar de bestaande wetgeving, zodat goed duidelijk wordt waar de echte veranderingen zijn en waar men grotendeels op de oude voet kan doorgaan. Dat is voor de praktijk belangrijk om te weten.
Doelgroep
Enerzijds zijn dit beleidsmedewerkers, adviseurs en juristen die bij het opstellen van ruimtelijke plannen te maken krijgen met natuuraspecten. Zij kunnen werkzaam zijn bij gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, rijk, natuurorganisaties, adviesbureaus, bouwbedrijven en projectontwikkelaars. Anderzijds zijn dit medewerkers van (ecologische) adviesbureaus die aan de andere kant opereren.