Inleiding
Wanneer een belanghebbende meent door een planologische wijziging in een planologisch nadeliger situatie te raken, dan kan deze belanghebbende een aanvraag om tegemoetkoming in schade indienen. De planschaderegeling is nu geregeld in artikel 6.1 e.v. in de Wro.
In de cursus staat de beoordeling van planschade centraal: de aanvraag, de planologische vergelijking, de planschadetaxatie en de tegemoetkoming rekening houdend met voorzienbaarheid en de aftrek wegens normaal maatschappelijk risico. Voorts komt de rol van de externe planschadeadviseur aan de orde, de deskundige namens aanvrager en het nut van een second opinion.
De planologische schadecomponenten worden besproken op basis van actuele jurisprudentie.
Ook ruim aandacht voor de planschaderegeling onder de Omgevingswet: omvang normaal maatschappelijk risico (5%) en afdoening door het bestuursorgaan.
De Wro trad op 1 juli 2008 in werking. Een belangrijke wijziging is de introductie van het
normaal maatschappelijk risico. Voor alle aanvragen (ingeval van indirecte planschade) geldt nu een korting op het planschadebedrag van in ieder geval 2% van de waarde van hun eigen onroerende zaak. Recente jurisprudentie maakt duidelijk dat voor binnenstedelijke herontwikkeling en inbreidingslocaties al gauw een aftrek van 5% aan de orde is. Hoe beoordeel je de omvang van het normaal maatschappelijk risico? In welke situaties is het normaal maatschappelijk risico groter dan 2%? En wanneer kan het bestuursorgaan zelf afdoen zonder de externe planschadeadviseur in te schakelen? En als er meerdere opvolgende planmaatregelen zijn: moet je de forfaitaire aftrek dan per planmaatregel toepassen of – bij sterke verwevenheid – per project?
Afdoening van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade kost gemiddeld zo’n € 10.000,-- per aanvraag volgens inschatting van de minister. De minister wil door toepassing van het normaal maatschappelijk risico de omvang van planschade fors beperken, organische gebiedsontwikkeling en uitnodigingsplanologie faciliteren. Het is dus van belang voor overheden, adviseurs, projectontwikkelaars, makelaars/taxateurs en andere betrokkenen om de actuele jurisprudentie en de regeling in de Omgevingswet op hoofdlijnen te kennen.
Voldoende basiskennis over planschade voorkomt onnodige planschadekosten en helpt overheden, adviseurs, makelaars/taxateurs en projectontwikkelaars om slagvaardig om te gaan met planschade en planschaderisico’s.
Inhoud en resultaat
In deze cursus worden de
basisbeginselen van planschade uitgelegd:
- Wanneer is er sprake van planschade?
- Hoe beoordeel je de schade?
- Hoe bepaal je de waarde(vermindering)?
- Hoe verhoudt planschade onder de Wro zich tot de regeling onder de Omgevingswet?
- Hoe voorkom je planschaderisico?
- Etcetera.
U bent in één dag helemaal op de hoogte van de juridische grondslag voor planschade, de procedure, hoe u planschade kunt beoordelen en de laatste jurisprudentie. U verkent de planschaderegeling in de Omgevingswet. U kunt meepraten met de specialisten. En uiteraard is er veel ruimte voor uw eigen praktijkcasus!
Deze basiscursus staat naast de verdiepingscursus
Actualiteiten en verdieping Planschade in de Omgevingswet, zie
hier, die juist bestemd is voor
specialisten die zo’n
drie jaar ervaring hebben met planschade vanuit hun werkomgeving.
Doelgroep
De basiscursus is bestemd voor:
- (juridische) beleidsmedewerkers bij Rijk, provincie, gemeente, waterschap en andere overheidsinstanties
- juridische en/of planologische adviseurs die planontwikkelingen en/of bestemmingsplannen begeleiden en/of voorbereiden
- advocaten en notarissen
- projectontwikkelaars en bouwers
- makelaars/taxateur/rentmeesters met planschade in hun praktijk