Inleiding
De Europese Commissie heeft op 4 februari 2025 haar implementatierapporten over de Kaderrichtlijn Water (KRW) gepubliceerd, met als conclusie: Nederland dreigt de doelen voor waterkwaliteit niet te halen. De deadline hiervoor is 22 december 2027. Dit heeft naast grote implicaties voor de chemische en ecologische toestand van onze wateren, ook gevolgen voor de bouw en infrastructuur. Het risico is groot dat nieuwe projecten niet door kunnen gaan vanwege de waterkwaliteit. Het is dus van groot belang om de doelen wél te halen.
Dit betekent dat de verschillende actoren in het veld aan de slag moeten.
Een van de belangrijkste knoppen waaraan gedraaid kan worden is het beter reguleren van de lozingen, zowel de directe als de indirecte. Hoewel de meeste lozingen met algemene regels zijn geregeld (veelal met een meldplicht), geldt voor enkele duizenden lozingen dat deze vergunningplichtig zijn.
Bevoegd gezag voor de directe lozingen zijn Rijkswaterstaat en de waterschappen. Voor de indirecte lozingen zijn de omgevingsdiensten bevoegd gezag, namens de gemeenten en provincies.
Wat is de Kaderrichtlijn Water?
De KRW is een Europese richtlijn die op 22 december 2000 van kracht is geworden. De doelstellingen binnen de KRW ondersteunen bij het realiseren en behouden van chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater. Voor grondwater gaat het om een goede chemische en kwantitatieve toestand. De Europese lidstaten hebben gezamenlijk afgesproken dat uiterlijk in 2027 een goede toestand bereikt moet zijn. Een belangrijk principe van de KRW is dat de waterkwaliteit, als deze eenmaal goed is, niet achteruit mag gaan. Daarnaast geldt het ‘one-out-all-out-principe’, hetgeen inhoudt dat een waterlichaam pas in goede staat is als alle kwaliteitsaspecten op orde zijn.
Ondanks inspanningen blijft Nederland achter. De verwachting is dat de situatie in 2027 niet veel verbeterd zal zijn. Naast financiële sancties kan dit ook betekenen dat Nederland na 2027 gedwongen wordt om ingrijpende maatregelen te nemen om alsnog vooruitgang te boeken. Dit kan onder andere leiden tot extra regelgeving voor sectoren die water gebruiken of lozen, en het invoeren van beperkingen op economische activiteiten die bijdragen aan waterverontreiniging.
Inhoud en resultaat
Deze cursus gaat met name over de belangrijkste knop om wat te doen, namelijk het huidige stelsel van directe en indirecte lozingen in de Omgevingswet en hoe je dat efficiënt kan inzetten om lozingen van verontreinigende en gevaarlijke stoffen te verminderen. De focus ligt hierbij op vergunningplichtige lozingen en de relatie met de KRW-doelen.
Doelgroep
Deze cursus is met name bestemd voor vergunningverleners van Rijkswaterstaat, waterschappen en omgevingsdiensten. Verder is de cursus ook van belang voor toezichthouders en beleidsmedewerkers, maar ook voor de beheerders van de RWZI’s. En daarnaast kan deze interessant zijn voor milieumedewerkers van de bedrijven die lozen.