Inleiding
Het Rijk zet in op een transitie naar een duurzame, hernieuwbare energievoorziening. Landelijk zijn er doelstellingen vastgesteld. Zo moet in 2050 de energievoorziening nagenoeg CO2-neutraal zijn. Niet alleen voor de opwek van duurzame energie, maar ook voor het transporteren van energie en opslag is nu en in de toekomst ruimte nodig. Wat hebben we nodig om onze energievoorziening te verduurzamen en hoe passen we dat ruimtelijk in met oog voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit?
Wat betekent de woningbouwopgave en de warmtetransitie voor het energiesysteem? Welke oplossingsrichtingen zijn er en hoe passen we die met ruimtelijke kwaliteit in?
Daarbij komen verschillende vragen naar boven:
- Welke aanpassingen in de energie-infrastructuur vraagt de energietransitie?
- Wat is de omvang en het ruimtebeslag van deze aanpassingen?
- Welke andere ruimtevragende opgaven spelen er in Nederland?
- Hoe voorkomen we dat verduurzaming van het energiesysteem ten koste van leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit gaat?
- Welke andere ruimtelijke functies trekken schakelpunten in de energie-infrastructuur straks aan?
- Komt de woningbouwopgave stil te liggen door netcongestie?
- Hoe ziet een energiepositieve wijk eruit?
- Welke mogelijkheden zijn er om ruimtelijke kwaliteit te behouden?
- Zijn er no-regret maatregelen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving?
Bottomline: de energietransitie is vooral een ruimtelijke opgave.
Hoe trekken we hier als ontwerpers, stedenbouwkundigen, planologen, beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening en beleidsmakers duurzaamheid samen in op?
Problematiek energie en ruimte
Is het energiesysteem leidend of lijdend bij de verdere ontwikkeling van Nederland?
Als onderdeel van de infrastructuurlaag zou het energiesysteem voorwaardelijk moeten zijn voor de functies die we in gebieden ontwikkelen. In die zin is het energiesysteem leidend, ook als we het gaan verduurzamen. De verduurzaming van de energievoorziening kost veel ruimte. Wat betekent dat voor de geplande woningbouwopgave en de verduurzaming van bedrijventerreinen? Kunnen gebieden die nu vooral ruimtelijk gepland zijn straks wel een aansluiting krijgen of moeten we in andere gebieden gaan ontwikkelen waar nog wel capaciteit is? In dit geval zorgt het energiesysteem voor lijden.
Nu al is het lastig om geschikte locaties te vinden voor nieuwe hoogspanningsstations in de stad en het buitengebied of MSR-huisjes in de wijk en lijdt de verbouwing van het energiesysteem onder lange vergunningstrajecten en ingewikkelde participatieprocessen. Kunnen we door vroegtijdig een energiesysteem te ontwerpen in samenhang met andere ruimtelijke opgaven de ruimtelijke kwaliteit van onze leefomgeving verbeteren zodat we van een lijdend energiesysteem naar een leidende energiestructuur gaan? Hoe kunnen we de energie-opgaven met ruimtelijk kwaliteit oplossen? Hoe passen we energie-infrastructuren ruimtelijk in in de stad of in het landschap?
Inhoud en resultaat
Met deze cursus bieden wij u inzicht en inspiratie hoe ontwerpers, beleidsmakers en planologen samen met duurzaamheidsspecialisten tot een integrale aanpak van gebiedsontwikkelingen, met focus op het energiesysteem, kunnen komen. We doen dat met een mix van theorie en toepassing via verschillende praktijkcases, waardoor de kennis beter neerdaalt.
Aan het einde van de cursus hebt u een goed beeld van de basisbegrippen van energietransitie en ruimtelijke kwaliteit. U hebt inzicht in de ruimtevraag van de verduurzaming van het energiesysteem in de gebouwde omgeving. Tevens hebt u inspiratie hoe u energie-infrastructuren het beste ruimtelijk kunt inpassen en op welke manier de omgeving daarbij betrokken kan worden.
Doelgroep
Deze cursus is met name bestemd voor stedenbouwkundigen, landschapsontwerpers, planologen, beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening en beleidsmedewerkers duurzaamheid van gemeenten. Daarnaast kan de cursus nuttig zijn voor medewerkers duurzame gebiedsontwikkeling en beheerders van de openbare ruimte (beheer-strategie), omgevingsmanagers, senior vergunningverleners en netontwikkelaars van netwerkbedrijven.